Wilde vogels voeden de aanhoudende uitbraak van de Amerikaanse vogelgriep

8

Een aanhoudende en evoluerende stam van hoogpathogene vogelgriep (HPAI), met name de H5N1-variant, heeft sinds eind 2021 geleid tot een wijdverspreide uitbraak in de Verenigde Staten. In tegenstelling tot eerdere uitbraken is het agressieve ruimen van gedomesticeerde vogels er niet in geslaagd het virus onder controle te houden. Het virus infecteert nu een breder scala aan soorten, waaronder zoogdieren, en wordt in toenemende mate verspreid door wilde vogels. Een nieuwe studie gepubliceerd in Nature bevestigt dat wilde vogels nu de belangrijkste aanjagers zijn van deze uitbraak, waardoor de manier waarop we ziektemanagement moeten benaderen opnieuw vorm krijgt.

De verschuiving in transmissie

Jarenlang werden HPAI-uitbraken grotendeels onder controle gehouden door zich te concentreren op gedomesticeerd pluimvee. Het virus circuleerde traditioneel in Azië en Noord-Afrika, maar heeft zich de afgelopen jaren door Europa en nu Noord-Amerika verspreid, voornamelijk via de migratie van wilde vogels. Louise H. Moncla, van de School of Veterinary Medicine, en haar team traceerden de introductie en verspreiding van het virus met behulp van genomische sequencing en analyse van trekroutes, waarbij een cruciale verandering in de transmissiedynamiek aan het licht kwam.

“Het beeld van de HPAI-griep is voor Noord-Amerika echt veranderd… Vroeger was dit een virus dat voornamelijk circuleerde onder gedomesticeerde vogels. Maar de laatste jaren hebben we steeds meer uitbraken gezien die verband houden met wilde vogels.”

Wilde vogels als primaire vector

De studie bevestigt dat Anseriformes – eenden, ganzen en zwanen – de belangrijkste dragers van het virus zijn. Sinds 2020 is H5N1 geëvolueerd en beter aangepast om wilde vogels te infecteren, waardoor migratie een zeer efficiënte transmissieroute is geworden. Dit patroon weerspiegelt de uitbraken in Europa twee jaar eerder, wat duidt op een continentale verschuiving in het gedrag van het virus.

Het huidige beleid classificeert H5N1 echter nog steeds als een ‘buitenlandse dierziekte’, ervan uitgaande dat de oorsprong elders ligt. Uit het onderzoek van Moncla blijkt dat dit niet langer accuraat is en dat er dringend een update nodig is van de ziektebeheerstrategieën.

Achtertuinvogels als systemen voor vroegtijdige waarschuwing

Uit het onderzoek bleek ook dat vogelpopulaties in de achtertuin (minder dan 1.000 vogels) ongeveer negen dagen eerder besmet raken dan commercieel pluimvee. Deze kleinere boerderijen hebben vaak zwakkere bioveiligheidsmaatregelen en een hogere blootstelling aan wilde vogels buitenshuis, waardoor ze een vroeg waarschuwingssignaal vormen voor grotere uitbraken.

Toekomstige uitbraken beheren: een meerlaagse aanpak

Het stoppen van de overdracht is niet langer zo eenvoudig als het controleren van gedomesticeerd pluimvee. De oplossing ligt in een meerlaagse aanpak:

  • Verbeterde bioveiligheid: Investeren in en handhaven van robuuste bioveiligheidsprotocollen voor alle vogelpopulaties, zowel gedomesticeerde als wilde vogels.
  • Vaccinatie: Onderzoek naar de mogelijkheid om gedomesticeerde vogels preventief te vaccineren.
  • Scheiding: Het ontwikkelen van strategieën om het contact tussen wilde en gedomesticeerde vogelpopulaties te minimaliseren.
  • Toezicht: Continue monitoring van wilde vogels, met name Anseriformes, om de virale circulatie te volgen en uitbraken te reconstrueren.

Risicovoorspelling: een datagedreven toekomst

Het laboratorium van Moncla onderzoekt risicomodellering om uitbraken te voorspellen op basis van migratiepatronen en virale circulatie bij wilde vogels. Een voorspellingssysteem zou gerichte bioveiligheidsmaatregelen in risicogebieden tijdens piekmigratieseizoenen mogelijk kunnen maken.

Hoewel het volledig elimineren van H5N1 onwaarschijnlijk is, kan proactief beheer de impact ervan op landbouwdieren minimaliseren. De sleutel is om onze strategieën aan te passen aan de nieuwe realiteit: wilde vogels zijn nu de belangrijkste aanjagers van deze aanhoudende uitbraak, en ons beleid moet dat weerspiegelen.