Klimaatverandering veroorzaakt niet alleen hetere zomers en een stijgende zeespiegel; het zorgt ook voor frequentere botsingen tussen mensen en dieren in het wild, vooral tijdens droogtes. Deze verontrustende trend kwam naar voren uit een nieuw onderzoek van onderzoekers van UCLA en UC Davis, die jarenlange gegevens over ontmoetingen met wilde dieren in heel Californië analyseerden. Hun bevindingen, gepubliceerd in Science Advances, suggereren dat de toenemende frequentie van droogtes de concurrentie om slinkende hulpbronnen intensiveert, waardoor dieren dichter bij de mens komen te staan.
Voor elke centimeter minder regenval per jaar observeerden de onderzoekers een stijging van 2% tot 3% in gerapporteerde conflicten waarbij verschillende carnivoren betrokken waren tijdens droogtejaren. Tot deze dieren behoorden bergleeuwen, coyotes, zwarte beren en bobcats – allemaal soorten waarvan bekend is dat ze hun gedrag aanpassen op basis van de beschikbaarheid van hulpbronnen. Hoofdauteur Kendall Calhoun, een postdoctoraal onderzoeker en ecoloog verbonden aan beide universiteiten, benadrukte de bredere implicaties van deze bevindingen en stelde: “Klimaatverandering zal de interacties tussen mens en natuur vergroten, en naarmate droogtes en bosbranden extremer worden, moeten we manieren plannen om samen te leven met dieren in het wild.”
Het definiëren van ‘Conflict’ in een veranderend landschap
Het onderzoek was gebaseerd op de Wildlife Incident Reporting-database in Californië, beheerd door het Department of Fish and Wildlife. Met deze gegevens werden gevallen vastgelegd die als ‘overlast’ of materiële schade werden bestempeld, in plaats van regelrechte aanvallen op mensen. De onderzoekers erkenden dat het definiëren van ‘conflict’ subjectief is, omdat wat de ene persoon als hinderlijk ervaart (zoals vogels die gewassen eten), een ander zou kunnen beschouwen als een nuttige ongediertebestrijding.
Calhoun legt uit: “Het is onduidelijk of het aantal meldingen toeneemt omdat er subjectief meer conflicten zijn, of omdat mensen de natuur negatiever waarnemen als hun eigen hulpbronnen onder druk staan.”
Meer dan cijfers: een oproep voor klimaatbestendige habitats
Hoewel het moeilijk is om definitief te zeggen of droogteomstandigheden letterlijk meer coyotes naar stedelijke gebieden dwingen, wijzen de gegevens duidelijk in de richting van een verhoogde menselijke perceptie van deze ontmoetingen tijdens droge perioden. Calhoun suggereert dat dit een cruciaal punt onderstreept: klimaatverandering verandert niet alleen de weerpatronen; het hervormt ecosystemen fundamenteel. Dieren die door de afnemende hulpbronnen uit hun traditionele habitat zijn verdreven, worden gedwongen elders hun toevlucht te zoeken – vaak overlappend met menselijk territorium.
“Nu we weten hoe droogtes de interacties met wilde dieren verergeren, waarom zouden we ze dan niet kunnen verbeteren?” vraagt Calhoun. Hij benadrukt het potentieel van het creëren van ‘klimaatbestendige landschappen voor wilde dieren’: beschermde gebieden boordevol voldoende voedsel- en waterbronnen. Dergelijke toevluchtsoorden kunnen dieren wegleiden van oprukkende menselijke nederzettingen, waardoor conflicten kunnen worden verzacht voordat deze escaleren.
Calhouns onderzoek, gebaseerd op het analyseren van brandpatronen en hun impact op dierenhabitats, benadrukt de onderlinge verbondenheid van deze problemen. Droogtes creëren een domino-effect: de verminderde beschikbaarheid van water dwingt wilde dieren naar drogere, kwetsbaardere gebieden. Vervolgens verkleinen bosbranden, aangewakkerd door langdurige droogte, het beschikbare leefgebied verder, waardoor dieren nog dichter bij door mensen gedomineerde gebieden worden geduwd.
Deze studie uit Californië benadrukt de dringende behoefte aan proactieve oplossingen. Door te begrijpen hoe de klimaatverandering de balans tussen mensen en dieren in het wild verschuift, kunnen we beginnen met het plannen van strategieën die co-existentie bevorderen in een wereld die steeds meer wordt gekenmerkt door ecologische instabiliteit.
